Tips bij slecht slapen

Jonge kinderen hebben vaak moeite met slapen. Zo kan het zijn dat je kind niet naar bed wil, niet wil gaan slapen, niet in slaap kan vallen of ’s nachts bang wakker wordt. Dit is niet fijn voor je kind. Ook heeft het gevolgen voor jou als ouder. Je slaapt hierdoor zelf ook vaak minder goed en bent vaker moe en gestrest.

In dit onderdeel volgen verschillende tips om je kind beter te laten slapen. Belangrijk voor al deze tips is:

Kies de manier die bij jullie past.

Kies de tips waarvan jij denkt dat ze goed bij jou en je kind passen.

Nieuwe manieren: Houd vol!

Weet dat het uitvoeren van een nieuwe regel of aanpak vaak een week tot drie weken duurt. Geef niet op als het niet meteen lukt. Je kind moet hieraan wennen. Het kan zijn dat het gedrag van je kind in het begin zelfs wat heftiger wordt. Geef niet op, maar zet door! Uiteindelijk zal je inzet worden beloond.

Tip:

Schrijf op in je agenda wanneer je start met iets nieuws uit te proberen. Zet ook een kruisje bij drie weken later. Bekijk na drie weken of de gekozen manier heeft gewerkt. Probeer tussendoor niet op te geven.

Bedenk, het is tijdelijk!

Veel kinderen hebben een periode waarin ze minder goed slapen, maar dit gaat ook weer over. Het is tijdelijk. Door dit af en toe tegen jezelf te zeggen, is het misschien beter vol te houden. In dit onderdeel lees je tips hoe je deze periode zo goed mogelijk door kunt komen.

Zoek steun

Opvoeden kan best zwaar zijn. Het is daarom fijn als je het niet allemaal alleen hoeft te doen.

Woon je samen met een partner? Of is er iemand anders die je af en toe komt helpen? Bespreek dan samen welke tips jullie willen gebruiken om je kind beter te laten slapen. Het is belangrijk om hierin op één lijn te zitten. Dit zorgt voor duidelijkheid voor je kind. Het kan ook helpen om af te spreken wie welke avond en nacht “slaapdienst” heeft. Dus wie ervoor zorgt dat jullie kind gaat slapen. En naar je kind toe gaat als het niet lukt. De ander heeft zo de kans om even te ontspannen en goed te slapen. Zo kun je deze vermoeiende periode samen beter door komen.

Woon je niet samen? Probeer dan steun te zoeken bij anderen in je omgeving, zoals je moeder, buurvrouw of een vriend of vriendin. Durf om hulp te vragen. Misschien kan je kind een nachtje ergens gaan logeren? Voel je je schuldig omdat je moeder of vriendin dan een nachtje wat minder goed slaapt? Dat is vaak niet nodig. Als ze jou er mee kunnen helpen, dan zullen de meeste mensen dit graag voor je doen.

Menu